Grenzen spelen een rol in ieder contact dat we hebben met anderen of met bepaalde situaties waar we ons in bevinden. Ieder mens heeft een grens. Deze grens ligt niet vast en verschilt bovendien sterk per persoon. Maar wat is er nou zo belangrijk aan grenzen? En hoe kunnen ze uiteindelijk leiden tot meer (zelf)liefde?
Ten eerste zijn onze grenzen hard nodig om onszelf te beschermen tegen gevaar. Vergelijk het met een slot op de deur van je huis. Hierdoor kan jij bepalen wie er wel of juist niet binnen komt. Sommige mensen hebben geen besef (meer) van hun eigen grenzen of durven hun deze grenzen niet aan te geven. Dit voelt alsof je in een huis woont zonder goede sloten. Je bent constant angstig en alert en je systeem staat steeds in de ‘aan-stand’.
Grensbesef geeft niet alleen veiligheid voor jezelf, maar óók voor de ander. Precies om deze reden zoeken peuters in de ‘2 is nee-fase’ eindeloos naar grenzen. Door de grens van de ouder(s) te vinden, kunnen ze ook hun eigen grenzen ontdekken en daarmee hun eigenheid gaan ervaren. Het tweede belangrijke punt van grenzen, is dat alleen op de grens werkelijk contact kan ontstaan tussen jou en de ander. Jezelf laten zien op de grens wil zeggen dat je kenbaar maakt wat je wilt, wat je niet wilt, waar je behoeftes liggen en welke angsten je hierin tegenkomt. Alleen op de grens laat je je maskers helemaal zakken. Dat kan best eng zijn, maar geeft tegelijkertijd een gevoel van zelfrespect. En vrijwel altijd zal de ander ook respect gaan voelen voor wie jij bent.
Als grenzen nou zo belangrijk zijn, waarom hebben we er dan zo’n moeite mee om ze duidelijk aan te geven? Gedurende ons leven zijn we vaak gekwetst toen we onszelf lieten zien. Dat is dan ook een belangrijke reden waarom we van onze eigen grenzen zijn afgedwaald. Iedereen kent wel die feestjes waar niemand zich echt laat zien. Er wordt gepraat over koetjes en kalfjes, zonder dat mensen echt laten zien wat er werkelijk speelt. Dit zijn vaak precies die feestjes waar je na een half uur al naar smoesjes zoekt om weer weg te kunnen gaan. Waarom? Er is geen echt contact en het voelt alsof iedereen een rol speelt. En dat voelt niet alleen zo, het ís ook zo. Wie zich niet op de grens laat zien, speelt in feite altijd een rol.
Het spelen van een rol gebeurt natuurlijk niet alleen op feestjes. Ook in vriendschappen en huwelijken kunnen mensen het jarenlang volhouden. Het werkelijke gevoel – de eigen grens – wordt niet uitgesproken, met als gevolg dat de energie verloren gaat en de sleur zijn intrede doet. Een grens is overigens iets anders dan een muur. Iemand kan bijvoorbeeld heel krachtig ‘nee’ zeggen. Vaak vanuit boosheid of in een verwoede poging het eigen territorium te bewaken. In dat geval is diegene weliswaar heel duidelijk in wat hij of zij níet wil, maar laat zichzelf verder ook niet echt zien in zijn behoeftes of kwetsbaarheid. Ook daar is het dus niet mogelijk om werkelijk contact te maken met de ander.
Het tegenovergestelde van een rol spelen ken je waarschijnlijk ook. Je hebt een bijzonder gesprek met je partner, of een vriend of vriendin, waarin jullie echt uitspreken wat er van binnen speelt. Waarin je aangeeft wat er voor jou belangrijk is, wat je wel en niet wilt, terwijl je ook oor hebt voor de behoeftes van de ander. Als jullie je beiden uitspreken, kan je ook voelen dat het de relatie juist verdiept en de energie en het contact nog sterker wordt. Dat is natuurlijk het ideaalplaatje. Je eigen grens aangeven kan echter gepaard gaan met flinke discussies. Jouw grens komt immers niet altijd overeen met de grens van de ander. Op het moment dat iemand over onze grens gaat, ontstaat er in ons lijf een heel klein beetje boosheid. Deze boosheid is heel gezond. Wanneer je die boosheid functioneel gebruikt om je grens aan te geven en (dus) jezelf te laten zien, kan het contact met de ander worden hersteld en verdiept.
Op een goede manier leren omgaan met boosheid, is iets wat maar weinig mensen hebben geleerd. Hierdoor kan boosheid zich gaan opstapelen. Want net als een kauwgompje die je in de natuur gooit, verdwijnt de boosheid nooit uit zichzelf. Er kunnen 5 verschillende dingen gebeuren met opgestapelde boosheid:
1) Je emmer zit vol en je klapt alle boosheid er in één keer uit. Het gevolg is dat de ander schrikt en het contact – in ieder geval in eerste instantie – juist verslechtert.
2) Je emmer zit vol, maar je kiepert ‘m om bij de verkeerde. Denk aan de persoon die op zijn of haar werk te veel over de eigen grens laat gaan en die vervolgens thuis in woede uitbarst.
3) Je gebruikt opgestapelde boosheid om een muur van onverschilligheid te bouwen. Zo vaak hoor ik in mijn praktijk mensen zeggen: ’Mijn vader? Die interesseert me niets meer, ik hoef hem nooit meer te zien, ik heb niets meer met hem’. Maar ondertussen besta je voor 50% uit je vader en voor 50% uit je moeder. Een afwijzing van (een van) hen is ook een afwijzing van jezelf.
4) De boosheid slaat naar binnen. Veel mensen die het gevoel hebben gehad dat ze niet boos mochten worden hebben de neiging boos te worden op zichzelf: ‘ik ben niet goed genoeg’, ‘ik baal zo van mezelf’, ‘ik kan ook niets’. Het zijn allemaal uitingsvormen van naar binnen geslagen boosheid.
5) Je wordt moe en/of depressief. Als boosheid niet geuit mag worden, ontstaat vaak een grote vermoeidheid die zich niet oplost met goed slapen. Het gaat pas over met het uiten van het gevoel dat – vaak ook voor de persoon zelf – is weggestopt.
Wie echte (zelf)liefde wil ervaren in het leven, zal zichzelf moeten laten zien op de grens. Is dat makkelijk? Verre van! Ik geef én volg nu zo’n 10 jaar trainingen over grenzen aangeven, contact en intimiteit. En dagelijks betrap ik mezelf erop dat ik me weer niet volledig heb laten zien. Ik heb echter ook al heel vaak ervaren hoe mooi het leven wordt als ik me wél vol laat zien en hoeveel zelfrespect, vertrouwen en bijzondere ervaringen ik hierdoor heb gekregen.
In mijn coaching en training leer ik mensen om te gaan met hun grenzen en leren ze hoe ze op een functionele manier om kunnen gaan met conflicten. Want als we elkaar gaan ontmoeten op de grens, kan je er zeker van zijn dat er conflicten zullen ontstaan. Zodra je leert hoe je deze conflicten goed kunt hanteren, zorgen precies die conflicten ervoor dat het vuur kan gaan branden en de relatie elke keer weer kan groeien en verdiepen. En is dat niet iets waar we uiteindelijk allemaal naar op zoek zijn?